Aanplantinstructies
Heijnen Planten adviseert je graag hoe je het beste de aangekochte tuinplanten kunt planten, zodat deze het goed gaan doen in de tuin. Wanneer je onze plantinstructies opvolgt kun je lange tijd genieten van een prachtige tuin. Onze toeleveranciers zijn kwekers met een jarenlang ervaring in het opkweken van planten. Hoe mooi zou het zijn wanneer deze planten in jouw tuin helemaal tot zijn recht komen?
Grondsoorten
Voordat je de tuin gaat aanplanten is het belangrijk te weten met welke grondsoort je te maken hebt en wat de eigenschappen zijn. Er zijn vele samenstellingen mogelijk maar over het algemeen heb je te maken met een van onderstaande grondsoorten:
- Zandgrond: bestaat van nature uit korrelige deeltjes die rond en afgesleten zijn of ruwe randjes hebben. Zandgrond is een luchtige grond die makkelijk bewerkbaar is, maar lastig vocht en voedingsstoffen vast houdt. Daarnaast is het percentage organische stof laag waardoor er jaarlijks flinke hoeveelheden organische materialen (compost, aanplantgrond en/of potgrond) aangebracht mogen worden om de grond te verbeteren.
- Leemgrond: een van nature perfecte tuiniergrond die bestaat uit een mengsel van zand en kleideeltjes. Deze grond is vruchtbaar, vochthoudend maar ook waterdoorlatend en laat zich makkelijk bewerken. Hoeft in verhouding tot zandgrond jaarlijks maar weinig aangevuld te worden met organische materialen (mulchlaag).
- Kleigrond: een erg vruchtbare maar moeilijk te bewerken grond. De bodem houdt veel vocht vast, is weinig luchtig en lastig te bewerken. In de winter wordt klei een natte, vaste massa en in de zomer wordt de klei zo hard als beton en zal bij droogte krimpen en scheuren. Zware kleigronden kunnen in het najaar het beste worden omgespit samen met extra organische materialen. Laat de omgespitte brokken klei zo liggen zodat ze door de vorst kapot kunnen vriezen.
- Veengrond: een donkergekleurde en zure grondsoort die voor het overgrote deel bestaat uit organische materialen (afgestorven plantenresten). Dit type grond kan grote hoeveelheden water opnemen maar als het is uitgedroogd, erg lastig om het veen (turf) weer vochtig te krijgen. Om de structuur te verbeteren en de grond luchtiger te maken kunnen grit, fijn split of ander grindachtig materiaal worden toegevoegd.
De grondsoort en zuurgraad (ook wel pH- waarde genoemd) zijn van invloed op de groei van de plant. De pH-waarde wordt uitgedrukt op een schaal van 0 tot 14 waarbij een pH van 7 neutraal is (normale kalkbehoefte). Een pH- waarde onder de 7 noemen we zuur, boven de 7 noemen we basisch of alkalisch. Over het algemeen groeien de meeste tuinplanten het beste bij een liefst iets zure grond, zo rond de pH 6,5. Gelukkig zijn de meeste tuinplanten niet zo kieskeurig en groeien deze ook bij een pH-waarde die hier wat van afwijkt. Echter is de ideale zuurgraad niet voor iedere tuin gelijk aangezien de grondsoort hierin een belangrijke rol speelt. Lichtere zandgronden zijn het vruchtbaarst bij een pH tussen 5,5 en 6,5. Zwaardere kleigronden vragen een hogere pH, namelijk tussen 6,0 en 7,0.
De pH- waarde heeft invloed hoe voedingselementen zich gedragen in de bodem. Bij een bepaalde pH- waarde vormen sommige voedingselementen andere verbindingen. Hierdoor kan het voorkomen dat sommige voedingselementen niet meer opneembaar zijn voor de plantenwortels. Daardoor kunnen gebreksverschijnselen bij de plant ontstaan. Om die reden zijn sommige planten afhankelijk van een bepaalde grondsoort/zuurgraad. Zuurminnende planten (zoals bijvoorbeeld Azalea, Rhododendron) verlangen naar een pH tussen 4,5 en 5,5. Kalkminnende planten (zoals bijvoorbeeld Aucuba, Helleborus) verlangen naar een pH tussen 6,5 en 7,5.
Zijn er specifieke bodemeisen voor een plant, dan benoemen wij deze bij het product op onze website. Is een bodem (plaatselijk) te zuur, dus een te lage pH? Dan kun je de pH verhogen door te bekalken. Is de grond (plaatselijk) te basisch, dus een te hoge pH? Dan kun je de pH verlagen (zuurder maken) door bijvoorbeeld turf te strooien.
Een goede, gezonde bodem is de basis
Het klinkt allemaal heel logisch, maar veel mensen onderschatten de waarde van een goede en gezonde bodem(structuur). Naast dat planten zich met zijn wortels moeten verankeren in de bodem, heeft een goede bodem ook invloed op:
- de gezondheid en vitaliteit van de plant
- een goede (aan)groei en bloei van de plant
- een goede waterdoorlaatbaarheid
- de mogelijkheid om voedingsstoffen op te nemen
Humus, zuurgraad (pH-waarde), regenwormen en andere minuscule bodemorganismen hebben grote invloed op de kwaliteit van de bodem. Een voedzame en luchtige bodem wordt mede door deze factoren bepaald. Een zanderige grond kenmerkt zich als relatief lichte en makkelijk te bewerken grond, goed water doorlatend maar lastig de voedingstoffen vasthoudt. Kleiachtige gronden daarin tegen zijn voedzaam, zwaar (compact) maar moeilijk waterdoorlatend. Een combinatie van deze twee gronden zou dan ook het meest ideaal zijn, maar in de meeste gevallen vaak niet haalbaar.
Om de bodem zo goed mogelijk voor te bereiden voor de beplanting, raden wij aan de grond eerst geheel onkruid vrij te maken. Daarna kan de grond luchtig worden gemaakt door het omspitten van de bodem, minimaal zo’n 40-50 cm wanneer men kleine tuinplanten wil gaan aanplanten. Wanneer grote planten (kluiten) gezet moeten worden, dient de bodem nog eens enkele tientallen centimeters dieper omgespit te worden. Als de grondstructuur erg vast is, bijvoorbeeld in nieuwbouwwijken waar zware machines hebben gereden, is het extra belangrijk om de grond goed luchtig te maken. Spit je enkel de bovenste laag om? Dan bestaat de kans dat planten zich niet goed kunnen wortelen. Daarnaast kan water niet wegstromen waardoor planten met ‘natte voeten’ in de grond staan. Veel planten kunnen hier niet tegen en zullen het dan waarschijnlijk ook niet overleven. Dit geldt ook voor planten in pot. Zorg altijd dat er een gat in de pot of plantenbak zit zodat overtollig water kan wegstromen.
Tijdens het omspitten van de bodem adviseren wij om organische meststoffen door te mengen, zoals bijvoorbeeld compost, aanplantgrond en/of potgrond. Bij gebruik van bemeste tuinaarde/compost (niet teveel gebruiken!) deze goed door de bestaande grond mengen en ook zeker nooit de planten rechtstreeks in deze bemeste tuinaarde/compost zetten. Door het hoge meststof gehalte kan bladverbranding optreden en/of kunnen de wortels verbranden waardoor de plant afsterft. De organische materialen, ook wel humus genoemd zorgen voor een vruchtbare bodem en daarbij óók dat voedingstoffen minder snel uitspoelen waardoor de bodem luchtig blijft. Organische materialen zorgen er tevens voor dat regenwormen en bodemorganismen goed kunnen vertoeven in de bodem, wat weer een positief effect heeft op de waterdoorlaatbaarheid en het zuurstofgehalte in de bodem. De hoeveelheid organische materialen die aangebracht moeten worden is ook afhankelijk van de grondsoort in je tuin en de behoefte van de soort die er geplant moet worden. Zanderige gronden hebben vele male meer humus nodig dan bijvoorbeeld leem - en kleigronden maar let hierbij op: in sommige gevallen groeien plantensoorten juist beter op een humusarme grond. Kijk dus goed in de productomschrijving van de desbetreffende plant op onze website.
Wanneer de bodem voldoende is omgespit en (eventueel de nodige humus zijn toegediend), kan de grond geëgaliseerd worden en de planten in de tuin worden gezet. Zorg ervoor dat de grondsoort/pH-waarde aansluit bij de wensen van de plant. Sommige soorten verlangen namelijk naar een specifieke zure of basische grond, andere planten weer naar een vochthoudende of juiste droge grond. Per plant omschrijven wij eventuele specifieke bodemeisen.
Wanneer aanplanten?
Alle planten die in onze webwinkel worden aangeboden zijn potgekweekt (ook onze haagplanten en bomen). Hierdoor kunnen al onze tuinplanten het gehele jaar door aangeplant worden, met uitzondering bij vorst en sneeuw. Het is dus zelfs mogelijk om in de winter te planten, zolang het maar niet vriest/sneeuwt.
Het voorjaar en najaar wordt voor de meeste mensen gebruikt om de tuin aan te planten, maar ook in de zomer kan men gewoon aanplanten zonder dat er kwaliteitsverlies optreed. Het is belangrijk om na het aanplanten de bodem goed vochtig te houden (zeker in de zomermaanden) zodat de tuinplanten zich goed en snel kunnen wortelen.
Het aanplanten, stap vóór stap
Alle planten die in onze webshop worden aangeboden zijn potgekweekt (ook onze haagplanten). Dit betekent dat onze tuinplanten het gehele jaar door geplant kunnen worden, met uitzondering bij vorst en sneeuw. Het is dus zelfs mogelijk om in de winter te planten, zolang het maar niet vriest. Het aanplanten van je tuin of border bestaat uit de volgende stappen:
- Voer de grondbewerking uit zoals in de paragraaf "Een goede bodem is de basis" op deze pagina is toegelicht. Wanneer je deze stappen volgt maak je meteen een goede start, wat ten goede komt aan de (aan)groei en bloei van de planten.
- Geef de planten voordat ze aangeplant gaan worden rijkelijk water. Dompel ze bij voorkeur onder in een emmer water om er zeker van te zijn dat de planten goed vochtig worden aangeplant.
- Zet de tuinplanten (nog in de pot) uit op het stuk grond waar je deze wilt gaan planten. Op iedere productpagina in onze webshop wordt een advies gegeven over het benodigde aantal planten per meter/vierkante meter, wat je wellicht kan helpen. Wanneer de planten zijn uitgezet, kun je goed zien of deze correct zijn verdeelt. Eventueel zet je de planten wat dichter of verder uit elkaar (met de mooiste zijde in het zicht) om zo het gehele plantvak op te vullen met een zelfde plantafstand. Bij haagplanten kan het handig zijn om eerst een koord te spannen om te zorgen dat de haag in één lijn komt te staan. Zet hierbij de (haag)planten nooit volledig tegen de rand van het pad of terras, want de plant moet nog wel de ruimte hebben om te groeien (en de wortels om zich aan alle kanten te wortelen).
- Wanneer de planten goed staan, kunnen de plastic potjes worden verwijderd. Door het potje even onder te dompelen in een emmer water komt het plantje makkelijker uit de pot en wordt de kluit nog even vochtig gemaakt. Soms zijn de planten in de potten al zo hard gegroeid, dat zelfs de wortels onder het potje uitgroeien. Door het plantje rustig uit het potje te wrikken, komen de wortels vaak ook mee. Mocht dit niet het geval zijn dan kunnen de wortels die zich buiten de pot bevinden worden weggeknipt of het plastic potje inknippen. Dit levert geen kwaliteitsverlies of groeivertraging voor de plant.
- Maak met behulp van een spade of klein schepje een gat in de bodem die twee keer zo groot is dan de pot waar het plantje instaat. Eventueel kan er nog wat extra potgrond/aanplantgrond in het plantgat worden gemengd. Sommige tuinplanten die extra zorg nodig hebben met betrekking tot bodemeisen, worden in onze webshop bij de desbetreffende productpagina’s extra toegelicht. Zo groeien bijvoorbeeld Azalea en Rhododendron extra goed met wat tuinturf. Zolang op onze productpagina’s niet expliciet wordt geschreven over de bodemeisen, hebben planten geen speciale tuinaarde nodig.
- Wanneer het plantgat groot genoeg is kan de plant in het gat worden gezet. Let hierbij goed op dat de plant niet te diep komt te staan, maar ook niet te hoog! De juiste plantdiepte is makkelijk te onthouden: zorg dat de bovenzijde van de aarde (van de plant uit pot) ietsjes onder het grondoppervlakte staat (ook nog wanneer de aarde rondom de plant flink is aangedrukt). Je mag de bovenzijde van de 'plant in pot' (net) niet meer zien wanneer deze is aangeplant.
- Druk de grond rondom de plant vervolgens stevig aan. Bij haagplanten kunnen ver uitstekende en overhangende takjes worden teruggeknipt tot één bepaalde hoogte. Dit zorgt er meteen voor dat de haag eenzelfde hoogte krijgt en stimuleert de wortelgroei.
- Wanneer alle planten zijn gezet kan de grond met een hark rondom de planten netjes worden bijgewerkt. Let hierbij op dat je met het harken van de bodem niet de planten uit de grond harkt, gewoon licht over de bovenste laag is voldoende om de grond netjes te egaliseren.
- Optioneel kan er al vast een meststof (Pokon Bio Tuinmest) bij de planten worden gestrooid (in het voorjaar en zomer) maar hiermee kan ook even worden gewacht totdat de planten zijn aangegroeid. Let hierbij wel op de werkingsduur van de meststof. Een langdurige meststof in de nazomer is onnodig, aangezien planten in de herfst en winter (vrijwel) geen meststoffen opnemen. Daarnaast is het belangrijk dat de mestkorrels niet tussen de bladeren in de plant blijven liggen. Hierdoor kan verbranding aan het blad optreden. Strooi de meststoffen zorgvuldig rondom de planten op de geharkte bodem.
- Als laatste gaat men de planten water gegeven. Hierdoor zakt de bodem nog wat in waardoor de wortels beter contact maken met de aarde. Door de aanwezigheid van vocht, zullen de planten zich snel gaan wortelen. Eventuele meststoffen die zijn toegediend zullen in aanraking met vocht ook meteen voedingstoffen afgeven. Vooral in de eerste periode is het belangrijk om de planten tijdig (bijna dagelijks) water te geven. Op zonnige, warme dagen na aanplanten iedere dag. Bij bewolkt (eventueel regenachtig) weer om de 2-3 dagen afhankelijk van de hoeveelheid regen dit is gevallen. Geef rijkelijk water in de kern van de plant aangezien de potgrond waarin de plant is opgekweekt relatief snel uitdroogt. In de beginfase zijn druppelslangen niet voldoende aangezien de planten nog niet zijn geworteld. Wanneer de planten zich volledig hebben geworteld, hebben deze minder water nodig omdat ze door het groeiende wortelgestel makkelijker zelf aan water kunnen komen. Vanaf dat moment kunnen dan ook eventueel druppelslangen gebruikt worden. Vuistregel blijft, bij aanhoudende droogte tijdig water geven!